Planten

Planten

Toen Leo Michel Thiery in 1924 het Schoolmuseum opende, had hij het braakliggend terrein rond het museum al getransformeerd tot de eerste publieke heemtuin in Vlaanderen en Nederland. In 1960, wanneer Roland Verstraelen het overneemt als conservator, verhuist het museum naar het Sint-Pietersplein. De tuin, de gebouwen, de collectie, maar ook het museale concept waren versleten en worden verlaten.

Onder coördinator Annemie Van Gijseghem worden de oorspronkelijk heemtuin en de gebouwen in het Berouw in 1984 opnieuw toegevoegd aan het Schoolmuseum. In 1987 heropent de historische plantentuin. Het museum begon met het aanleggen van de levende collectie planten op een oppervlakte van 7600m². Die collectie kwam onder andere tot stand door het uitwisselen van planten en zaden met de Plantentuin van de UGent en met de Plantentuin in Meise.

Kina: Tuin

Bij de herinrichting van de oorspronkelijke plantentuin werden enkele voor ons land typische milieus in de tuin geïntroduceerd: moerasvegetatie in de vijverbedding, de akker, weide, heidevegetatie, boomgaard, kalkgrasland, muurvegetatie en bos. Andere delen van de tuin werden intact gelaten met een heraanvulling van het plantenassortiment.
 
Nu heeft het museum zo’n 1677 verschillende planten in de (levende) collectie, waaronder enkele oude bomen zoals de Ginkgo, Catalpa, Canadapopulier en Balsempopulier.
 

De Canadapopulier in 1935 in Kina

De Plantentuin Michel Thiery is sinds 1980 beschermd als stads- of dorpsgezicht. Ook de opgaande Canadapopulier (Populus x canadensis) valt onder deze bescherming. Die staat centraal in de tuin en heeft een stamomtrek van 6,28 meter. Vermoedelijk is de boom zo’n 100 jaar oud (gemiddeld worden ze 80 jaar oud). Op deze foto uit 1935 kan je de boom al zien. Deze boom is een Populus x canadensis ‘Marilandica’, een kruising tussen een Europese populier (Populus nigra) en vermoedelijke Populus X euramericana ‘Serotina’. 

De boom in de tuin is vrouwelijk, met geelgroene katjes in het voorjaar. In juni zorgt zij voor een sneeuwstorm van wit zaadpluis. In het Gentse wordt deze boom wel eens de ‘Gentenaar’ genoemd omdat hij zoveel in het Gentse werd aangeplant. In West-Vlaanderen heet deze boom ‘achtkanter’ omdat hij langs (“achter”) de kanten van weiden werd aangeplant.
 

Naast de levende planten, heeft Kina ook herbaria, dit zijn verzamelingen gedroogde planten. Er zitten zo’n 1.500 planten in de collectie, verzameld eind 19de eeuw tot begin 20ste eeuw. De collectie omvat onder andere de verzameling van professor Dr. H. Leboucq en de collectie Stuyvaert M. en A. Die laatste bestaat uit een 150-tal mossen en korstmossen verzameld in 1880 in de omgeving van Diest. Het herbarium heeft niet alleen een historische, maar ook een wetenschappelijke waarde.

 

Voorjaarsbloemen in Kina